Rechtszitting in de oorlogszone Brals/Fancy Free

MALIKA SEVIL

AMSTERDAM - Dat ze elkaar het liefste stijf zouden schelden, dat spreekt uit alles. De geërgerde blikken van hotelmagnaat Gezinus Brals (76) zijn veelzeggend. Evenals de sneren die uitbater John van der Weijden (41) van coffeeshop Fancy Free hem toebedeelt. Al met al geen gezellig samenzijn, gistermiddag in het kantoortje boven de coffeeshop aan de Martelaarsgracht 4.

Een wat vreemde locatie voor een zitting, maar kantonrechter M. Fruytier wil eens met eigen ogen zien waar de heren al jaren over twisten. Kort gezegd wil huisbaas Brals de coffeeshop eruit hebben, zodat hij het gebouw kan slopen en er een hotel kan bouwen. Van der Weijden wil blijven.

Dus daar zitten ze. Fruytier en zijn griffier achter het bureau, Brals op een klapstoel. Zijn armen stijf over elkaar, zijn gezicht op stand nurks. Afgevaardigden van hoofdhuurder Heineken leunen op archiefkasten, de krakers van boven staan tegen de deur. Gerommel. De telefoon rinkelt en de deurbel gaat. Het kantoor mist de waardigheid van een rechtszaal, waardoor iedereen wat ongeremder is en de rechter regelmatig zijn stem moet verheffen om het gekissebis het zwijgen toe te brengen.

Het conflict loopt al jaren en kreeg vooral aandacht omdat de verkrotte panden Martelaarsgracht 8 en 10 deel van het plan uitmaken. Diverse lieden spraken er schande van dat deze monumenten al twintig jaar staan weg te teren.

Maar dat terzijde. Na acht jaar procederen moest Van der Weijden vorig jaar zijn cocktailbar op nummer 6 inleveren en nu strijdt hij voor voortzetting van de huur van zijn coffeeshop. Zijn advocaat wappert met een arrest van de Hoge Raad, die bepaalt dat de eigenaar de huurder eruit mag zetten wanneer hij de ruimte dringend voor eigen gebruik nodig heeft, maar dat die regel niet opgaat als het pand wordt gesloopt.

De kantonrechter wil even terug naar de basis: Waarom moet Fancy Free er per se uit? De hotelmagnaat heeft een heel rijtje panden, nota bene van nummer 4 tot en met 12. Is dat niet genoeg voor dat hotel?

Zou het geen oplossing zijn, zijn Bellevue over de coffeeshop heen te bouwen? Dan zou Brals meteen aan de slag kunnen, want sloop-, monumenten- en bouwvergunning van het driesterrenhotel zijn binnen. Dat is toch veel goedkoper dan die miljoeneninvestering stil te laten liggen totdat de huurder eruit is? Want dat kan met procedures jaren worden gerekt.

Nee, schudt Brals - onmogelijk. ''Op deze plek is de nooduitgang gepland.'' Zijn assistent leunde zoëven nog tegen de muur, maar helt nu naar voren om zijn baas bij te staan met de opmerking dat het 'rendement' in dat geval 'niet haalbaar' is.

''Of vind u het soms vervelend dat er spacecake onder uw hotel wordt verkocht?'' wil Fruytier weten. Maar terwijl Brals nog overweegt wat hierop het beste antwoord lijkt, roept Van der Weijden vanuit de hoek dat meneer Brals heel veel coffeeshops heeft gehad. Dat hij daar nooit problemen mee heeft gehad en dat hij die nu dus ook niet kan hebben. Een wat verhitte uitschieter van de uitbater - vast ingegeven door ingehouden woede - waarvoor hij zich later bij de rechter excuseert.

Eerder al zei de Van der Weijden dat hij dreigt te verliezen waar hij al die jaren voor heeft gewerkt. Brals kon daar kort over zijn: ''U heeft hier toch tien jaar goed verdiend.''

Dan wil Van der Weijden weten waarom Brals de trap tussen de derde en vierde verdieping 'illegaal' heeft laten slopen. Levensgevaarlijke toestanden. Wat als er brand uitbreekt? Brals reageert stoïcijns: ''Hoezo gevaarlijk, u woont toch op de eerste etage?''

De toiletpot is ook kapotgeslagen, evenals de ramen en de ketel van de centrale verwarming, waardoor lekkage ontstond en het water naar de meterkast liep. Dat had toch vreselijke gevolgen kunnen hebben, zegt Van der Weijden later. En er wonen nota bene mensen op de derde verdieping. Krakers, maar 'dat zijn toch ook mensen'. Het zijn van die dingen waarover de uitbater tijdens de zitting graag had willen uitwijden.

Het duurt waarschijnlijk nog maanden voordat de rechter met een uitspraak komt.

© Het Parool, 13-2-2002